Voetbal International | vijf dagen in de huid van de hekkensluiter FC Volendam
Zeven wedstrijden lang was FC Volendam op weg naar een negatief clubrecord. Maar zover kwam het niet. Voetbal International kroop vijf dagen in de huid van de hekkensluiter. Over twee handen van God, een zingende pater en herrijzenis.
DINSDAG
Op de achterste rij van de hoofdtribune zit keeperstrainer Edwin Zoetebier. Een koffertje is zijn stoel. Tijdens de rust van het duel met Willem II voelt hij de wind in de rug. FC Volendam heeft zojuist de ban gebroken en staat voor: 1-0. ‘Zou het een keertje meezitten?’ Bij het valse licht van de rode lantaarn bezweert Zoetebier dat niemand lijdt onder de spanning. FC Volendam kan zich wat hem betreft spiegelen aan NEC, dat vorig seizoen een erbarmelijke start beleefde en uiteindelijk nog Europees voetbal haalde. In Nijmegen raakte destijds niemand in de war, wil hij er maar mee zeggen. Bovendien kan het zware programma als verzachtende omstandigheid worden aangevoerd en werd FC Volendam meermalen het slachtoffer van falende arbitrage. Desondanks is hij ervan doordrongen dat er een cruciale week is aangebroken. Twee thuiswedstrijden binnen vijf dagen tegen ploegen die normaal gesproken hetzelfde lot beschoren zijn; daar lonkt een ommekeer. Minimaal vier punten moet het streven zijn. Zoetebier: ‘Met een beetje mazzel kunnen we na zondag zelfs boven Feyenoord staan.’
Maar de eerste voorsprong in dit seizoen is welgeteld zeven minuten later weer verdwenen. Een opleving van Willem II in de tweede helft leidt tot goals van Sergio Zijler en de van FC Volendam afkomstige Paul Quasten. Het omstreden openingsdoelpunt van Melvin Platje, die zijn linkerhand gebruikt, is op slag vergeten. FC Volendam wankelt, het koffertje onder Zoetebier wiebelt. Oerkreten daveren door de lucht. ‘Zit toch de speler weer in mijn lichaam’, verklaart hij zijn gedrag. In het seizoen 1963/64 bleef Volendam acht wedstrijden puntloos. Een evenaring dreigt, maar dan gebeurt er iets wonderlijks. Een deel van het publiek veert op en begint te zingen; bepaald geen alledaags verschijnsel in Volendam. Passie verdringt de apathie. De vonk slaat over. Met een beeldschone volley zorgt Paul de Lange voor de gelijkmaker. Linksbuiten Gerson Sheotahul is zelfs nog dichtbij de winnende treffer. Via de binnenkant van de paal valt de bal in de handen van Maikel Aerts. Het laatste fluitsignaal klinkt. De schande is uitgewist, maar er gaan geen handen omhoog. ‘Je denkt toch nog even aan die laatste kans. Maar ik ben blij dat we tenminste van die akelige nul verlost zijn,’ zegt aanvoerder Jeroen Verhoeven.
‘Hé, dat is mijn oude kantoor merkt Andries Jonker op als hij de perskamer betreedt voor de nabeschouwing. Vooraf was er een warm weerzien met clubcoryfee Gerrie Mühren, nu wordt hij aangekondigd als ‘onze welbekende gast Jonker werkte tussen 1997 en 2000 bij FC Volendam. Het was zijn springplank naar een leven in het brandpunt van de voetballerij. ‘Als ik ergens gelijk moet spelen, dan hier; stelt de huidige hoofdcoach van Willem II barmhartig. Maar Jonker zal ook beseffen dat zijn ploeg zojuist goed is weggekomen op het door hem verfoeide kunstgras.
FC Volendam-trainer Frans Adelaar prijst de strijdvaardigheid van zijn spelers. ‘Eerst geven we het initiatief volledig weg, om in de slotfase vol overtuiging voor de overwinning te spelen. In balbezit was het allemaal nog wat wild en ongecontroleerd. Je moet proberen agressief en in een hoog tempo druk te zetten. Maar als je die bal eenmaal veroverd hebt, moet er meer overleg en structuur in het spel komen. Dat is de volgende fase. Het vertrouwen is nog broos. Je zit in een situatie dat spelers bij een tegenslag wat verkrampt kunnen reageren. Er zitten talentjes bij, maar die worden dit seizoen wel allemaal voor de leeuwen geworpen.’
Ook Adelaar kijkt vies als het vermaledijde d-woord valt. ‘Van druk merk ik niet. Wij bewaren de rust. Nee, dat kost me geen enkele moeite. Supporters mogen mopperen. Af en toe zit er een harde opmerking tussen. Geen probleem. Ik kom zelf uit een streek (Utrecht, red.) waar de mensen vrij cynisch kunnen zijn. Als wij, de staf, ons daar maar niet door laten leiden.’
WOENSDAG
Adelaar vraagt zijn spelers wat er misging in het eerste kwartier van de tweede helft. Willem II wierp de lamlendigheid van zich af en FC Volendam anticipeerde rijkelijk laat. Conclusie: een samenloop van factoren bleek de opmaat voor de kortstondige ineenstorting. ‘Hamit Yildiz, die het aanvankelijk uitstekend deed, vreesde een tweede gele kaarten ging in de tweede helft angstig spelen,’ legt Adelaar uit. ‘Mehmet Akgün (middenvelder van Willem II, red.) kreeg steeds meer ruimte. Wij waren het even kwijt en hebben dan niet de kracht die voorsprong over de streep te trekken. Het zit er op dit ogenblik niet in. Waar wij ons aan moeten vasthouden, is dat je toch in staat bent terug te komen in de wedstrijd. Vandaar het dubbele gevoel. Ik ben tevreden over de veerkracht. Want het kan ook zo zijn dat het na die achterstand helemaal weg.’
De eerste nachtvorst heeft zich in de grond genesteld, maar voorzitter Henk Kras zoekt de zonzijde van het stadion op. Hij komt even bijpraten met de hoofdtrainer. De reacties van supporters op het eerste punt worden beantwoord met vier woorden: ‘Twee punten te weinig.’ Een bejaarde man met achterovergekamd grijs haar en een imposante zwarte bril verheft zijn stem. ‘Twee punten te weinig, zegt-ie… Skitterend toch?! Je eerste punt pakken en kritisch blijven; dat is nou typisch Volendam.’ De man vertelt dat hij 79 is en zeer frequent het Kras Stadion bezoekt. ‘Boodschappen doen, training kijken en weer op huis an.’ Geen geweeklaag deze keer. Geen verontwaardiging. Zelfs onder de beste stuurlui is er begrip voor het minimalisme op bestuurlijk niveau en de moeizame competitiestart. ‘Neem nu dat Hoffenheim, in Duitsland. Daar zit een vogel, die sterft van het geld. Met een hoop poen is alles anders. Hier staat een jong ploegje. Wat ze nodig hebben, zijn een paar bonkige boys die het gras opvreten, constant op je lijf zitten en de boel achterin dichthouden, Jonkies alleen redden het niet. Wat ik knap vind zijn de prestaties van Heracles. Het zijn knokkers, die Tukkers. Weten elke keer hun reet te redden. Volendam speelt niet beroerd, hoor. Maar dat knokken; dat wil niet altijd lukken. Hier houden ze ook van voetbal.’
Binnen warmt de manager zijn handen aan een beker koffie. ‘Zeven gespeeld, nul punten; dat was niet prettig zegt Peter Wijker. ‘Alleen: wij zijn geen Roda JC, en geen Vitesse. Waarop zouden wij dan onze paniek moeten baseren? Het ergste wat kan gebeuren is dat we degraderen. Stel dat wij een flinke kapitaalinjectie hadden gekregen. “Peter, hier heb je vijf miljoen. Geef maar uit” Pas als je dan zo laag staat, heb je een gigaprobleem. Heel bewust is er afgewogen wat we bij promotie zouden doen. Wat komt er eventueel beschikbaar? Wat zou je kunnen creëren? Een lening? Nee, we doen het met eigen kapitaal. Dat betekent dat we geen transfersommen gaan betalen, want dan schiet het wel erg snel op met het budget. We zijn dus gaan kijken naar transfervrije spelers die we een kans kunnen bieden. Dat kan een talent zijn, iemand die lang geblesseerd is geweest, of iemand die in het buitenland zat en terug wil naar Nederland. En anders gaan we huren. Zo is het precies gelopen. Dat niet elke speler tot nu toe brengt wat we hoopten, tja, dat is overal zo.’
Hij kent de talloze voorbeelden van clubs die zich vergaloppeerden. ‘Neem RKC. Daar hebben ze, in de hoop meteen weer te promoveren, vorig seizoen boven hun stand geleefd. Zitten nu met de gebakken peren. Daar passen wij voor. Onze huishouding is ook geschikt voor de Eerste Divisie. Er bestaan geen wurgcontracten die ons eventueel de kop kunnen kosten. In het ergste geval lever je op papier wellicht kwaliteit in, maar dat moet je accepteren. Vorig jaar had ook niemand verwacht dat we zouden promoveren. Er waren redelijk veel onbekende spelers, maar die braken allemaal door.’
De vraag wat FC Volendam met de begroting van 5,2 miljoen euro te zoeken heeft op het hoogste niveau, weerlegt Wijker. ‘Moet je dan niet promoveren? Het is ons simpelweg overkomen. Wij hebben gezegd dat het mooi zou zijn eens in de vijf jaar te promoveren. En dat gebeurde vorig seizoen meteen al. Qua punten en qua begroting is het logisch dat het land FC Volendam uitroept tot gedoodverfde degradant. Als wij maar intern weten welke weg we bewandelen. Voor ons is het de uitdaging het liefst drie ploegen, en minimaal eentje, onder ons te houden. Lukt dat niet, dan moet je kunnen zeggen: We hebben er alles aan gedaan. Was er meer mogelijk? Nee.’
Wijker, die als speler met AZ degradeerde maar ook twee keer promoveerde, laat zich nog even zien op het veld waar hij zich tot voor kort zelf vastbeet in allerlei soorten aanvallers. Platje, de lefgozer van negentien, krijgt een bemoedigende tik op de rug. ‘Ik heb hem gezegd dat hij vooral zijn ding moet blijven doen. Melvin is een aparte jongen. Lastig op het veld. Onberekenbaar. Hij moet alleen wel zorgen dat hij niet onberekenbaar wordt voor zijn medespelers. Bij het uitverdedigen wil hij nog wel eens een mannetje passeren. Gisteren liep het goed af. Raak je die bal kwijt, dan heb je een probleem. Aan de andere kant: wat nog geen kans was, zet hij met zijn onbevangenheid om in een doelpunt. Hij heeft al gezien dat de keeper te ver voor zijn doel staat, en klets. Omdat hij specifieke kwaliteiten heeft, is Melvin bij Volendam gekomen. Nu moet hij zich doorontwikkelen. In de Eredivisie hoort daar een bepaald stramien bij. Maar dat brutale in zijn spel moet hij vooral houden.’
DONDERDAG
Vrij.
VRIJDAG
‘Je hoeft niet te ontbijten,’ had Adelaar de avond ervoor gezegd. Een deken van dauw hangt nog boven de weilanden wanneer de selectie te voet naar het centrum trekt. In de schoot van De Dijk zijn lange tafels gedekt en wachten tweehonderd kinderen op brood en spelers. De voltallige selectie doet voor het derde jaar mee aan het Nationaal Schoolontbijt. In het godvruchtige Volendam betekent dat: aanschuiven in verenigingsgebouw De Jozef, voedselpakketten van bakker Pater, tevens sponsor van de FC, en een voorwoord van een zingende pastoor, die hip met heilig versmelt en uitlegt dat berichtjes op het eigentijdse Hyves feitelijk krabbeltjes aan de Schepper zijn. De jonge pastoor gaat voor in het gebed, de spelers schenken Yokidrink en breken het brood.
De ochtend heeft een hoog Stuif-es-in-gehalte. Monique Smit, ook nog maar net doorgebroken, wijst op het podium naar een nieuwe ster aan het firmament. Melanie Jonk is vijftien en de kleindochter van Piet Veerman. Ze schittert met akoestische gitaar en doorbakken stem, als een nette uitvoering van Amy Winehouse. Aan de bar glimt de godfather van de palingsound. Na het refrein gaat de duim al omhoog. Opa ziet dat het goed is.
‘Ik heb nog nooit zo gezellig ontbeten zegt Adelaar, als hij terugwandelt naar het stadion. Volendam is wakker, de voetballers vogelvrij. Maar de bijtende opmerkingen van dorpelingen – een goed gebruik in Volendam – blijven achterwege. ‘De mensen zijn teleurgesteld, maar niet zo negatief,’ vindt Jack Tuyp. ‘Zeker thuis hebben we een paar goede wedstrijden gespeeld. We willen graag en doen er alles aan. Zelfs de verstokte Volendammers zien dat.’ Het eldorado van de Eerste Divisie, waarin Tuyp vorig seizoen tot 26 doelpunten kwam, is verleden tijd. ‘Vorig jaar wist ik: Als je een kans mist, komt er altijd nog eentje. Nu moet je al blij zijn als je die ene kans krijgt. Dat is de Eredivisie. Wedstrijden worden op details beslist. Daarin zijn we niet altijd even gelukkig geweest. Er wordt dus meer scherpte van je verlangd.’
Vraag: hoe verkoop je realiteitszin aan deze achterban? ‘Die is al verkocht,’ antwoordt assistent-trainer Ab Plugboer droog. Volgens Adelaar heeft het te maken met logisch nadenken: ‘Wij werken met de laagste begroting. Er kan niet gericht worden ingekocht. Dan moet je creatief en geduldig zijn, en hopen op de groei van spelers die graag bij Volendam willen spelen. Dat was ook de eerste vraag die ik de voorzitter stelde. Wat is nu de doelstelling van de club? “Handhaving, Frans, dat is het enige’ Wij spelen tussen de plaatsen vijftien en achttien. En als het tegenzit, worden we achttiende. De vijftiende plaats kunnen we beschouwen als een kampioenschap en dan is het, voor Volendamse begrippen, kermis. Die situatie is vanaf de eerste dag goed verwoord door ieder individu binnen de organisatie. Tot dusverre zie ik geen onrust en ik heb drie assistenten die in het dorp wonen en dezelfde geluiden horen.’
Wat hij dacht toen Vitesse woensdag SC Heerenveen met 2-0 versloeg? ‘Niks.’ Het verschil met FC Volendam liep daardoor op tot vier punten. ‘Er zijn al ploegen met een behoorlijke hoeveelheid punten. Maar die zullen aan het eind van de rit weer gewoon staan waar ze horen. Daarom ben ik niet teleurgesteld als Vitesse wint, en niet blij als De Graafschap verliest van FC Utrecht. Wij moeten gewoon rustig blijven en vooral niet meegaan in het opportunisme van de voetballerij.’
Wie dat evenmin doet, is voorzitter Henk Kras. ‘Ik verkramp niet zo snel.’ De club heeft jaren gekend waarin een iets te grote jas werd aangetrokken. Toen zwol de paniek snel aan. Kras had vier jaar geleden een trainer (Henk Wisman, red.) die iets te nadrukkelijk de kwaliteit van de spelersgroep hekelde. Kras wees hem de deur. Zo’n scenario is anno 2008 ondenkbaar, beaamt de voorzitter. ‘Frans weet heel goed waar we aan begonnen zijn.’
Adelaar werkte bij FC Utrecht, Akratitos in Griekenland, De Graafschap en ADO Den Haag; clubs waar de wind altijd waait. Die ervaringen lijken hem immuun te hebben gemaakt voor ongezonde spanning. ‘Dat leer je onderweg. Vandaag is het hosanna, morgen huilen met de pet op, overmorgen weer hosanna, enzovoorts. In Zuid-Europa gaat het nog een stap verder. Daar is het: ja zeggen en nee doen. Wie twee keer verliest, wordt als een melaatse behandeld. Het hoort erbij en ik wil ook niet zeggen dat ik innerlijk altijd kalm ben, maar je moet zelf bepalen of je daarin mee wil gaan. Ook al ga je op je kop staan, je verandert de situatie toch niet.’
ZATERDAG
‘Maak ze gek, die spelers!’ De stem van Edwin Zoetebier breekt het meeuwengezang. Tijdens de laatste afwerkvorm is de speler weer in zijn lichaam gekropen. Hij ranselt een paar ballen uit het doel en vraagt zijn leerlingen Jeroen Verhoeven en Harmen Kuperus hetzelfde te doen. Zoetebier maakt van de oefening een wedstrijd, doet graag mee en telt met satanisch genoegen het aantal missers van de spelers. Na achttien schoten breekt Volendammer Gerry Koning de ban. Smalende grijns onder de grijze stekels. ‘Je zweept de boel een beetje op en meteen zijn ze van slag…’ Glimlachend loopt Adelaar achter de keeperstrainer aan naar binnen. ‘Het is maar goed dat Zoet dit niet elke dag doet:.’ Hij wil zijn spelers niet in een depressie storten.
Het is een kwetsbare groep, weet ook Peter Wijker. ‘Alle jongens die de promotie hebben afgedwongen en hier nog zitten, verdienden een reële kans. Wij wisten dat voor negentig procent van de spelers de Eredivisie op dit moment nog te hoog gegrepen is. Daarom blijf ik benadrukken dat het een mooie leerschool is. Wordt het een spoedcursus, dan redden we het. Hebben we meer tijd nodig, dan redden we het niet. Maar dan heeft iedereen sowieso meer bagage om mee te nemen naar de Eerste Divisie.’
In dat kader past ook een nuchtere kijk op het zware programma, vindt Wijker. FC Volendam speelde al tegen vijf clubs uit de topzes van vorig seizoen. ‘We krijgen ze toch allemaal. De eerste uitwedstrijd was bij Feyenoord. Ik zei: Hebben we dat stadion alvast gehad. Kan niemand daarna nog schrikken. Haal uit dat schema dus maar je voordeel. Kom ik weer bij die leerschool. Je kunt ook Sparta, ADO Den Haag en Heracles treffen; stuk voor stuk concurrenten. Als je vervolgens na zeven wedstrijden op nul punten staat, hoe hard komt die tik dan aan? Nog veel harder, vermoed ik. Maar ik realiseer me dat we het ook niet kunnen blijven uitstellen. Als je na twaalf wedstrijden een punt hebt, begint het al aardig op een kansloze missie te lijken. Maar dan nog vind ik dat je het hoofd niet in de schoot mag leggen. Want de leerschool is niet voorbij.’
ZONDAG
Adelaar heeft even gedubd, maar besluit geen wijzigingen door te voeren. Vit Valenta begint op de bank. Afgelopen dinsdag voegde hij veel toe: voetballend vermogen, inzicht en vuurkracht. ‘Vit bracht me ernstig aan het twijfelen, maar in tactisch opzicht vraagt deze wedstrijd een andere benadering,’zegt Adelaar, die tegen De Graafschap kiest voor het vaste trio op het middenveld: krachtmens Hamit Yildiz (links), loper Paul de Lange (rechts) en regisseur Bernard Hofstede (centraal). Wat in de eerste helft duidelijk wordt, is dat men in Volendam voorlopig niet hoeft te klagen over scheidsrechters. God steekt deze week twee handen uit. Opnieuw neemt Platje de bal listig mee. Voordat hij doeltreffend uithaalt, staat doelman Erik Heijblok al protesterend met zijn armen te zwaaien.
Vooraf hield Adelaar doelbewust zijn mond over de resultaten op andere velden. Feyenoord won bij Roda JC, Vitesse versloeg ADO Den Haag. ‘Niet direct de ploegen waarop wij ons moeten richten, maar toch… Het had een extra domper kunnen zijn: zegt hij. Kortom, de belangen zijn nog iets groter geworden. Het verschil met De Graafschap kan oplopen tot negen punten, of slinken naar drie. In dat geval schiet het zelfvertrouwen eindelijk wortel.
Op een dodelijk moment, een paar tellen voor het rustsignaal, frommelt nota bene Cerezo Fung a Wing de bal achter doelman Verhoeven: 1-1. Platje is de linksback even kwijt. Adelaar wisselt zijn elftal weer in de wedstrijd. Bernard Hofstede beent boos naar binnen, maar zijn vervanger Valenta maakt het verschil. Hij leidt met een steekpass de winnende treffer van Tuyp in en kopt de bal door die door de tweede invaller Dominique van Dijk langs Heijblok wordt geschoven. Tuyp staat op dat moment buitenspel, maar kuiert rustig terug. Alle verdedigers van De Graafschap hebben te laat door dat Van Dijk al op snelheid ligt en hiervan profiteert. Langs de kant is de vreugde enorm. In plaats dat de banvloek over Volendam wordt uitgesproken, is de eerste overwinning een feit en blijven de concurrenten in zicht.
Na vandaag staat FC Volendam niet boven Feyenoord, maar Platje bleef zichzelf, Tuyp benutte die ene kans, de beoogde vier punten zijn een feit en de missie is nog niet kansloos. Ditmaal reagerende spelers uitbundig. Platje wil niets horen over zijn gouden handjes. ‘Hij telt toch, of niet?’ De technische staf bejubelt de goede keuzes. ‘Dat Hofstede even boos is, begrijp ik. Met zulke emoties heb ik geen probleem. Ik kijk puur naar het teambelang zegt Adelaar. Lang was er door Adelaar en zijn assistenten Johan Steur en Ab Plugboer gediscussieerd over het wel of niet wisselen van Tuyp. ‘Wij zagen ook dat Tuyp een ongelukkige wedstrijd speelde. Maar Jack is bij uitstek een jongen die vooral thuis altijd een goal kan maken. Als dat dan ook daadwerkelijk gebeurt, verdubbelt het onze vreugde. Ik gun het deze jongens. We hebben er voortdurend op gewezen dat de punten zouden gaan komen. Met elkaar zijn we rustig gebleven. En dat zal na deze week niet veranderen.’
Onze website van Indoorspeeltuin Plezier is online!
Wat vind je van ons idee? Vertel het ons.
Wij gaan indoorspeeltuin Plezier starten, die gerund wordt door kinderen met autisme en/of een ontwikkelingsstoornis in samenwerking met zorginstelling ‘Het P.L.E.I.N. der Mogelijkheden’ uit Amersfoort. Wij willen de kinderen die buiten het reguliere onderwijs vallen, een kans geven zich te ontwikkelen in een veilige omgeving. Daardoor krijgen ze toch goed onderwijs op hun niveau. Door de indoorspeeltuin Plezier als sociale onderneming op te zetten krijgen mensen met een beperking weer een kans op werk en/of stage.
Wij gaan de jongeren weer de kans geven om te participeren in de maatschappij en weer succes ervaringen te laten beleven.
Website: http://indoorspeeltuinplezier.nl/
Email: info@indoorspeeltuinplezier.nl
Facebook: https://www.facebook.com/indoorspeeltuinplezier/
Twitter: https://twitter.com/SpeeltuinPlezie
Instagram: https://www.instagram.com/indoorspeeltuinplezier/
Youtube: https://www.youtube.com/channel/UCb_po0jd2lPMs6uU6OQGrsg